woensdag 22 april 2009

een kopje - een vrachtwagen - een aardappel

Vandaag bekeek ik mijn foto’s van Trondheim. Tijdens het bekijken realiseer ik mij, dat het al een tijdje geleden is dat ik verslag heb uitgebracht.

Na mijn reis van Stavanger heb ik terug hopen energie. Ik schrijf verder aan mijn fieldworkreport. Zo’n vakantie doe mij duidelijk deugd want na een halve dag schrijven heb ik mijn 5000 woorden bereikt. “Joepie het is af!” zegt een kleien stem in mijn hoofd.

De volgende drie dagen (dinsdag, woensdag en donderdag) werk ik nog een beetje voor de Belgische school. Deze keer zegt de kleine stem in mijn hoofd, “Zo blijf ik wel bezig hé, als ze mij altijd opnieuw werk geven.” Naast het werken heb ik ook nog tijd om pannenkoeken te gaan eten bij een klasgenoot en om s’ avonds eens iets te gaan drinken met de klas.



Vrijdag 17 april mocht ik samen met andere internationale studenten naar de chocoladefabriek van Noorwegen, Freia. Daar vertelde een enthousiaste gids iets meer over de geschiedenis van de chocolade en het ontstaan van de fabriek. Tijdens het bezoek kregen we de kans om zelf een reep chocolade te maken.
Wat de gids allemaal vertelt heeft kan ik mij niet meer herinneren wat ik mij wel kan herinneren is, “alleen Belgen en Zwitsers eten meer chocolade dan de Noren.” Ik stapte als een fiere Belg met een Noorse reep chocolade naar buiten.



Vrijdagnamiddag ging veel te snel voorbij, eten gaan halen in de winkel, mijn zak maken om naar Trondheim te trekken, nog een beetje wassen, eten, … Om 23 uur ’s avonds stap ik op de nachttrein richting Trondheim.

Een trouwe lezer heeft nu gemerkt dat ik voor de derde keer op uitstap ga in Noorwegen. Nu ik hier toch ben kan ik het land beter verkennen. Noorwegen is meer dan Oslo, dat heb ik nu ondertussen wel al ondervonden.

Ik ben niet alleen naar Trondheim getrokken. Deze keer vergezeld Gemma mij, Nederlandse klasgenoot. De trip was gezellig, al van de eerste minuut zat de sfeer er in en deze is blijven hangen totdat ik terug ging. De nachttrein brengt heel wat dingen met zich mee; grijze dekentjes en opblaasbare kussentjes die er voor moeten zorgen dat je kunt slapen. Een dame met een parfum, de parfum kwam zeker en vast uit een vierkant flesje, meer details konden we niet ruiken. Eenzelfde dame die zeer boos staarde naar ons. Na een kijkje in de Noorse woordenboek ontdekte we dat staren ‘stirre’ betekende. Dit leverde nog meer gegiechel op. Een zere rug, zo goed helpt het dekentje en het kussentje nu ook niet tegen een 7 uur durende treinreis.

Zaterdag ochtend om iets voor zeven komen we aan in Trondheim. Na een goed ontbijt trekken we de stad door. Eerst brengen we snel onze bagage naar het hostel en dan zijn we enkele kilo’s lichter om de stad te verkennen. We bezichtigen heel wat gebouwen, een universiteit, een fort, de kathedraal, het openlucht volksmuseum, … We staan twee maal op de zijflank van de stad en hebben hierdoor een mooi overzicht van de stad.
Rond vijf uur ontdekken we dat je op een halfuurtje van de ene kant van de stad naar de andere kunt lopen. Daarom besluiten we om thee te drinken in ons hostel en de rest uit te stellen voor morgen.






Zondag trekken we naar het strand van Trondheim. We nemen de bus naar Lade en daar stappen we uit. Als snel bereiken we het rotstrandje en belanden we midden in de natuur. De voormiddag biedt ons een stevige wandeling door de natuur en terugweg tussen de houten huisjes in verschillende kleuren.


De namiddag is bewolkt maar warm genoeg om een barbecue te houden. We instaleren ons naast het water en genieten van het uitzicht en het overheerlijke eten. “Ze mogen in België zeggen dat het 20 graden is, ik kan zeggen dat ik al twee keer gebarbecued heb.”


Na de barbecue merken we voor het eerst dat Trondheim een studentenstad is. De ene studentenvereniging zorgt voor muziek en de andere zorgt ervoor dat het afval uit het water gehaald wordt. We laten de studenten voor wat ze zijn en bezoeken deze keer de binnenkant van de kathedraal. De dag ervoor was er een trouw en konden we onmogelijk naar binnen. Na een omweg via een parkje gingen we terug naar ons hostel. Terug een gezellige lekker – niks – doen avond.

Maandag moesten we ons zakken terug inpakken en na een stevig ontbijt moesten we het hostel achter ons laten. Omdat we de meeste dingen al gezien hadden slenterde we rond in de stad. We deden enkele winkelstraten. Nu ik bijna naar huis moet begin ik stilletjes aan souvenirtjes te denken, en ja ik heb er al enkele gevonden. In de namiddag namen we de trein richting Oslo. De trein reed recht door de natuur. De hele weg terug heb ik het ene landschap na het andere kunnen bewonderen. Zoveel prachtige dingen maakt een mens klein. Van dit landschap kan ik onmogelijk foto’s maken, de treinen rijden hier te snel voor.

Gisteren en vandaag heb ik terug gewerkt voor school. Doe ik hier eigenlijk wel iets anders? Genieten van de zon in het park, bijvoorbeeld. Liggend op het gras, zonnebril en een security man die komt zeggen dat je op dit stuk gras niet mag zitten. Ik was nochtans op het grasperk gaan zitten waar er geen bloemetjes stonden. Toen ik dan naar meer informatie vroeg, kon hij mij alleen vertellen dat ik aan de andere kant in het gras (met heel veel bloemen) mocht gaan zitten. Na drie maanden kom ik toch nog rara dingen tegen.

Het is hier nu rustig in mijn studentenhuis, Debbie en Toon zitten in IJsland. Zij ontdekken dit kouder en onbekend land. Ik ben benieuwd wat ze er van vinden. Om toch iets te zeggen tegen iemand start ik gisteren een gesprek met een van mijn buren. Nu hij mij een beetje beter kent (mij een x aantal keren is tegengekomen op de gang en ‘hey’ de enige woorden waren) en weet dat ik binnenkort naar huis ga probeert hij in zijn ‘bad English’ toch een langer gesprek te houden. De Noren worden vriendelijker met de tijd, je moet alleen geduld hebben.

Ik besef dat ik binnenkort naar huis ga en dat ik alles kan samenvatten in ‘laatste of voorlaatste keer dat ik …’ Geen leuke gedachte als ik buiten in het park geniet van de zon.

Geen opmerkingen: