woensdag 29 april 2009

deurengaantoe - zegtdanogis

Maandag heb ik weer een hele dag voor school gewerkt. Ja, ik studeer hier dan ook. Naast het Belgische schoolwerk heb ik mijn presentatie voor dinsdag voorbereid. Ik zou 20 minuten vloeiend Engels moeten spreken voor mijn klasgenoten. Omdat ik niet zo zeker was of dit ging lukken had ik Gemma maandag al uitgenodigd om eens te komen luisteren. Zij gaf me enkele tips mee voor dinsdag.

s’ Avonds was Debbie haar kamer een beetje beu en wou ze naar buiten. Ik had ook wel een beetje nood aan frisse lucht en samen trokken we nog eens naar Frogneseteren. Dit was de eerste plaats die we hier in Oslo bezocht hebben. Toen we daar voor het eerst waren lag er meters sneeuw. “Hoe zou het er nu zijn?” We kwamen in een heel andere natuur terecht.

Dinsdag was de dag van de presentatie. Voor mij toch want woensdag zouden er nog enkele volgen. Als achtste in de rij kwam ik met een nieuw topic voor de dag. Ieder was ineens wakker. Ik beschouw de wakkere reacties als een compliment en een geslaagde vloeiende presentatie. Wie had dat ooit gedacht dat ik in het Engels voor een publiek zou spreken.

Woensdag was er voor mij geen druk meer en kon ik naar de laatste presentaties luisteren. Als de laatste klasgenoot aan het woord was geweest, verraste we onze leerkracht met een T-shirt met zijn favoriete uitspraak. “Are you with me?”. Voor alle duidelijkheid dit is een vertaling van “Volgen jullie nog?”. Daarna volgde voor iedereen een andere verassing. Toon en Isabelle hadden stiekem Oslo cd gemaakt voor ons. Op deze cd staan alle liedjes die we gehoord hebben, op gedanst hebben en/of hier hebben leren kennen. Wel, als herinnering kan deze wel tellen. Na de verassing kwamen de broodjes aan voor onze goodbye lunch.


Na de lunch stond er werk voor de boeg. Kamer kuisen, valiezen vertrekkenklaar maken, blog aanvullen, laatste keer mails sturen van op Noorse bodem, nog enkele andere taken afwerken en hopelijk op tijd in mijn bedje kunnen kruipen. Want morgen moet ik de sleutel van mijn kot op tijd inleveren.

Morgen zet ik mijn valiezen bij Mareline. Daar zal ik donderdag nacht overnachten. Overdag staat er shoppen, souvenirtjes kopen, samen nog eens lunchen, een bezoekje aan de Deli de Luca en een verjaardag vieren op het programma.

Vrijdag zal mijn dag gevuld zijn met afscheid nemen van iedereen en naar huis reizen.

zondag 26 april 2009

Zotte zondag

Alles vliegt hier voorbij en er is geen moment dat niet leuk is, mijn geheugen (hersens) kunnen al deze wonderbaarlijke gegevens opslagen maar blijkbaar moeilijk oproepen. Gelukkig bestaat er zoiets als een agenda en een geheugenkaart op je fototoestel. Want dankzij deze twee slaag ik toch altijd in om mij te herinneren wat doe.

Hier volgt mijn agenda en fotogeheugen
Donderdag
- een vrije dag, toch naar school trekken om … piano te spelen
- rond lopen in de stad, nog een keer door het Royal park lopen en … de Koning zien voorbijrijden in een zwarte auto.
- “Ik ben benieuwd hoe het Sogvansmeer er nu uitziet. Vorige keer was het nog bevroren en kon ik er over lopen.” De zon schijnt, ik heb tijd, dus ga ik er gewoon nog eens heen (lang leven impulsieve ideeën). Als ik rond het meer loop besef ik wel waarom alle Noren graag buiten zijn, ook al is het kouder. (Zei ik kouder? Euh … 15 graden, T-shirt en verbrand)
- eten halen … en frietjes maken met Gemma en Dora

ahja, het meer is dus nog steeds bevroren, alleen een klein beetje minder hard dan daarvoor.

Vrijdag
- presentatie voorbereiden. 20 minuten in verstaanbaar Engels spreken.
- Polar ship bezoeken.
- Debbie en Toon opzoeken, zij zouden nu terug moeten zijn … Eentje slaapt en de andere blijkt buiten te genieten van de zon.


Zaterdag
- schoolwerktijd
- BBQ op een van de Oslo eilanden.
- winkelen voor morgen
- eten maken
- movie evening, '27 dresses'.


Zondag
- schoolwerktijd … mmmh ik denk dat ik meer aan Olé pistolé aan het deken was dan iets anders, maar dat stond ook in mijn agenda.
- groentjes snijden voor het avond picknick in het park
- zwemgerief, handdoek en andere spullen bij elkaar zoeken.
- gaan bewijzen dat ik soms toch een beetje Gek ben.En gek doen maakt een mens vrolijk.
- avond picknick (wachten in het park en dan maar op het terras gaan barbecuen)

- genieten van de zonsondergang.


woensdag 22 april 2009

een kopje - een vrachtwagen - een aardappel

Vandaag bekeek ik mijn foto’s van Trondheim. Tijdens het bekijken realiseer ik mij, dat het al een tijdje geleden is dat ik verslag heb uitgebracht.

Na mijn reis van Stavanger heb ik terug hopen energie. Ik schrijf verder aan mijn fieldworkreport. Zo’n vakantie doe mij duidelijk deugd want na een halve dag schrijven heb ik mijn 5000 woorden bereikt. “Joepie het is af!” zegt een kleien stem in mijn hoofd.

De volgende drie dagen (dinsdag, woensdag en donderdag) werk ik nog een beetje voor de Belgische school. Deze keer zegt de kleine stem in mijn hoofd, “Zo blijf ik wel bezig hé, als ze mij altijd opnieuw werk geven.” Naast het werken heb ik ook nog tijd om pannenkoeken te gaan eten bij een klasgenoot en om s’ avonds eens iets te gaan drinken met de klas.



Vrijdag 17 april mocht ik samen met andere internationale studenten naar de chocoladefabriek van Noorwegen, Freia. Daar vertelde een enthousiaste gids iets meer over de geschiedenis van de chocolade en het ontstaan van de fabriek. Tijdens het bezoek kregen we de kans om zelf een reep chocolade te maken.
Wat de gids allemaal vertelt heeft kan ik mij niet meer herinneren wat ik mij wel kan herinneren is, “alleen Belgen en Zwitsers eten meer chocolade dan de Noren.” Ik stapte als een fiere Belg met een Noorse reep chocolade naar buiten.



Vrijdagnamiddag ging veel te snel voorbij, eten gaan halen in de winkel, mijn zak maken om naar Trondheim te trekken, nog een beetje wassen, eten, … Om 23 uur ’s avonds stap ik op de nachttrein richting Trondheim.

Een trouwe lezer heeft nu gemerkt dat ik voor de derde keer op uitstap ga in Noorwegen. Nu ik hier toch ben kan ik het land beter verkennen. Noorwegen is meer dan Oslo, dat heb ik nu ondertussen wel al ondervonden.

Ik ben niet alleen naar Trondheim getrokken. Deze keer vergezeld Gemma mij, Nederlandse klasgenoot. De trip was gezellig, al van de eerste minuut zat de sfeer er in en deze is blijven hangen totdat ik terug ging. De nachttrein brengt heel wat dingen met zich mee; grijze dekentjes en opblaasbare kussentjes die er voor moeten zorgen dat je kunt slapen. Een dame met een parfum, de parfum kwam zeker en vast uit een vierkant flesje, meer details konden we niet ruiken. Eenzelfde dame die zeer boos staarde naar ons. Na een kijkje in de Noorse woordenboek ontdekte we dat staren ‘stirre’ betekende. Dit leverde nog meer gegiechel op. Een zere rug, zo goed helpt het dekentje en het kussentje nu ook niet tegen een 7 uur durende treinreis.

Zaterdag ochtend om iets voor zeven komen we aan in Trondheim. Na een goed ontbijt trekken we de stad door. Eerst brengen we snel onze bagage naar het hostel en dan zijn we enkele kilo’s lichter om de stad te verkennen. We bezichtigen heel wat gebouwen, een universiteit, een fort, de kathedraal, het openlucht volksmuseum, … We staan twee maal op de zijflank van de stad en hebben hierdoor een mooi overzicht van de stad.
Rond vijf uur ontdekken we dat je op een halfuurtje van de ene kant van de stad naar de andere kunt lopen. Daarom besluiten we om thee te drinken in ons hostel en de rest uit te stellen voor morgen.






Zondag trekken we naar het strand van Trondheim. We nemen de bus naar Lade en daar stappen we uit. Als snel bereiken we het rotstrandje en belanden we midden in de natuur. De voormiddag biedt ons een stevige wandeling door de natuur en terugweg tussen de houten huisjes in verschillende kleuren.


De namiddag is bewolkt maar warm genoeg om een barbecue te houden. We instaleren ons naast het water en genieten van het uitzicht en het overheerlijke eten. “Ze mogen in België zeggen dat het 20 graden is, ik kan zeggen dat ik al twee keer gebarbecued heb.”


Na de barbecue merken we voor het eerst dat Trondheim een studentenstad is. De ene studentenvereniging zorgt voor muziek en de andere zorgt ervoor dat het afval uit het water gehaald wordt. We laten de studenten voor wat ze zijn en bezoeken deze keer de binnenkant van de kathedraal. De dag ervoor was er een trouw en konden we onmogelijk naar binnen. Na een omweg via een parkje gingen we terug naar ons hostel. Terug een gezellige lekker – niks – doen avond.

Maandag moesten we ons zakken terug inpakken en na een stevig ontbijt moesten we het hostel achter ons laten. Omdat we de meeste dingen al gezien hadden slenterde we rond in de stad. We deden enkele winkelstraten. Nu ik bijna naar huis moet begin ik stilletjes aan souvenirtjes te denken, en ja ik heb er al enkele gevonden. In de namiddag namen we de trein richting Oslo. De trein reed recht door de natuur. De hele weg terug heb ik het ene landschap na het andere kunnen bewonderen. Zoveel prachtige dingen maakt een mens klein. Van dit landschap kan ik onmogelijk foto’s maken, de treinen rijden hier te snel voor.

Gisteren en vandaag heb ik terug gewerkt voor school. Doe ik hier eigenlijk wel iets anders? Genieten van de zon in het park, bijvoorbeeld. Liggend op het gras, zonnebril en een security man die komt zeggen dat je op dit stuk gras niet mag zitten. Ik was nochtans op het grasperk gaan zitten waar er geen bloemetjes stonden. Toen ik dan naar meer informatie vroeg, kon hij mij alleen vertellen dat ik aan de andere kant in het gras (met heel veel bloemen) mocht gaan zitten. Na drie maanden kom ik toch nog rara dingen tegen.

Het is hier nu rustig in mijn studentenhuis, Debbie en Toon zitten in IJsland. Zij ontdekken dit kouder en onbekend land. Ik ben benieuwd wat ze er van vinden. Om toch iets te zeggen tegen iemand start ik gisteren een gesprek met een van mijn buren. Nu hij mij een beetje beter kent (mij een x aantal keren is tegengekomen op de gang en ‘hey’ de enige woorden waren) en weet dat ik binnenkort naar huis ga probeert hij in zijn ‘bad English’ toch een langer gesprek te houden. De Noren worden vriendelijker met de tijd, je moet alleen geduld hebben.

Ik besef dat ik binnenkort naar huis ga en dat ik alles kan samenvatten in ‘laatste of voorlaatste keer dat ik …’ Geen leuke gedachte als ik buiten in het park geniet van de zon.

zondag 12 april 2009

Lopen!!!! naar de natuur

Donderdag om 9 uur zitten we op de trein richting luchthaven. Samen met Inna ga ik naar Stavanger. Op de trein ontdekken we dat we niet veel tijd meer hebben om onze vlieger te halen. We hebben net iets te weinig tijd gerekend om daar te geraken. We lopen op de roltrappen, door de security controle en tot aan ons vliegtuig. Als we daar aankomen dan stappen net de eerste mensen op het vliegtuig. Gelukt!

In stavanger, luchthaven, moeten we de bus nog nemen om in het centrum te geraken. Voordat we naar ons hotel gaan, besluiten we om een hamburger te eten. We zitten gezellig te wachten op ons eten. Plots gaat het brandalarm af. Iedereen rond ons blijft rustig, wij dus ook. We wachten tot we alles hebben en gaan dan pas naar buiten. De mensen van de brandweer, die ondertussen arriveerden, vonden dat we niet iets te traag waren. “Jullie moeten nu echt wel gaan hoor!”

We verblijven op een eiland in Stavanger. Om daar te geraken nemen we nog een bus. Aan de bushalte wacht er een oude dame ons op. Zij is de eigenares van het ‘bed and breakfast’ waar we gaan verblijven. Ze voert ons naar het eilandje Amoy en wenst ons hartelijk welkom. We belanden in een paradijs. Een vakantiehuisje voor ons alleen want op dit moment is er niet veel volk. Hier zijn geen woorden voor nodig.



We trekken terug naar de stad en lopen nog eens rond de vijver met prachtige fontein. Dan nemen we de bus naar Aase, een Noorse vriendin van Inna. Zij brengt ons naar het langste zandstrand van Noorwegen. Ik voelde me heel even een kleine meid die op vakantie naar de Belgische kust trekt om in het water te zwemmen, zandkastelen te bouwen en nog zoveel meer. Gelukkig heb ik mij ingehouden want het water is nu veel te koud om in te zwemmen.
Ik hield het dan maar bij schrijven in het zand en foto’s trekken.



’s Avonds bleven we eten bij Aase. Vietnamees, ik had dit nog nooit geproefd. Deze maaltijd heeft gesmaakt. Omdat het paasweekend is, rijden de bussen op zondaguren. Maar om de twee uur dus. We vertrekken vroeg terug naar ons Huisje. Want de volgende dag staat er een flinke wandeling op het programma.

Vrijdag was het ’s morgens bewolkt maar dit hield ons niet tegen om richting Preiketsolen [prékestoelen] te trekken. De bekendste rots in de fjord van Stavanger, Lysefjord. We wandelden en klauterden op de rotsen, tussen de rotsen en uiteindelijk bereikten we ons doel. Een uitzicht op de Lysefjord. En een kijkje over de verticale rots, 605 meter recht naar beneden en onder u alleen maar de zee. Adembenemend!





De weg naar boven was mooi en zonnig, alleen daarvoor zou ik naar Stavanger trekken. De Rots zelf was de kers op de taart. Alleen spijtig dat het zo hard waaide dat ik daar niet kon gaan staan om een foto van mij te laten trekken. Het waaide (lees rukwinden) zo hard dat ik op sommige momenten naast een rots moest gaan zitten en mij vast te houden, anders zou ik wegwaaien. Dit alles liet mij niet tegenhouden om toch te genieten van het uitzicht en om uit de wind toch nog een kijkje over een andere rand te kijken.


Na deze zware tocht keerde we terug naar ons Huisje. We aten zelfgemaakte croque Hawaï’s en ’s avonds deden we nog een wandeling op het eiland. Tijdens de wandeling testte ik de functies van mijn fototoestel uit, en dit is het resultaat.


De laatste dag in Stavanger was een regenachtige dag. We wandelden tussen de regendruppels door in de stad. We liepen door een oud deel van Stavanger, allemaal witte huisjes met bloemetjes. We ontdekten een kleurrijk straatje, een speciale kapperszaak, standbeelden, een uitkijktoren met kanonnen, de kathedraal en speeltuintjes. Daarna werd het tijd om naar de luchthaven te trekken. Deze keer zouden we twee uur op tijd zijn zodat we niet meer hoefden te lopen.














Al diegene die echt natuur van Noorwegen willen zien, moeten naar Stavanger trekken. Ik weet een heel gezellig (goedkope) verblijfplaats.